Rob van Assen
De NW'25 in 1906

In de vroege ochtend van 1906 is op het Noordwijkse strand een tafereel gaande dat zich al eeuwenlang herhaalt. De bomschuit ‘NW25’ met zijn robuuste lijnen, ligt in het Schuitengat aan de Noordboulevard, gereed om het ruime sop te kiezen.

Noordwijk aan Zee was van oudsher een vissersplaats. Zonder haven. Er werd gebruik gemaakt van bomschuiten, schepen die vanaf het strand konden afvaren en aanlanden. In 1474 had Noordwijk een vloot van 38 bomschuiten.

Deze schepen werden in de bouwschuur gebouwd. Er kwam geen tekening aan te pas. Puur vakmanschap. Als de romp gereed was, kon het schip “neergaan” (naar het strand). Daar werd aan de afbouw begonnen. Hier werden de tonnen aan boord gehesen.

Op de voorgrond ligt de ‘NW25’ van Jacob van der Deyl met schipper Jacob Plug. Het in zee brengen van een bomschuit gebeurde met man- en paardenkracht. Vaak onder veel belangstelling van de Noordwijkse jeugd.

De bemanning van een bomschuit bestond in het algemeen uit acht volwassenen en twee jongens.

Zevenhonderd jaar lang lagen op deze plek de bomschuiten, totdat het in 1909 plaats maakte voor te bouwen villa’s. In 1913 keerde het tij voorgoed en ging deze bomschuit onder schipper Jacob Plug voor de laatste keer vanuit Noordwijk de zee op om haring te vissen. Noordwijk werd meer en meer een badplaats.

Toch blijft het beeld van bomschuiten op het Schuitengat, omringd door hardwerkende mannen en ruisende golven, voortleven in onze verbeelding. Een herinnering aan een tijd waarin men in eenvoud leefde.